Krul, Jan Harmensz (Jan, Johan Hermsen) |
---|
|
Code | KRUL17 | Geslacht | Man |
Leeftijd | 45
|
Geboren | febr 1601 te Amsterdam |
Overleden | wo 11 apr 1646 te Amsterdam |
Begraven | za 14 apr 1646 te Amsterdam |
Beroep | Boekverkoper |
|
|
|
|
Notities: |
-Persoon | De naam Krul nam Jan Harmensz aan in 1628, toen hij zich als slotenmaker in Amsterdam vestigde.
Zijn werken zijn o.a.:
Diana (1622) Vermakelijcke uyren (1628) Drooghe Goosen (1630) Eerlycke tytkorting (1634) Inleydinghe gedaen op de Amsteldamsche Musyck-Kamer in mayo 1634 (1634) Pastorel musyck-spel van Juliana en Claudiaen (1634) Minnespiegel ter deughden (1639) Pampiere wereld ofte Wereldsche Oeffeninge (1644) Hellevaert van Rodomond (1645)
Richtte in 1634 de Amsterdamse Musijck-kamer op, een stichting die geheel gewijd was aan het samengaan van poëzie en muziek op het toneel. |
-Overlijden | Begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Graf schrift
Aen den minlievende Poet Jan Harmense Krul A° 1646 den 14 april begraven. Hier leijt dien lieven man die liefdens Lieve haven Soo yvrich heeft gesocht van sijner Jonckheijt af Die in zijn leven lag in liefdens hert begraven Die voert na zijne doot de liefde mee int graf De liefde schweijt met de ieugt een silte waterflas Nu t’krullent hertie rodt, dat vol van liefde was. |
|
Bronnen: | |
-Begrafenis | Grafdicht van Claes Seep |
-Huwelijk |
Aangifte:Jan Harmens Krul, zijn leven, zijn werk en zijn betekenis, dr. N. Wijngaards |
|
|